– Meer waarde aan woorden –
Anderhalve-meter-samenleving
(Publicatie in Maurik Rond, juli 2020)
Nederlanders zijn creatief met taal, ook nu in coronatijd. De eerste coronawoordenboeken vind je al op internet. Voor mij een mooie inspiratiebron. Hoeveel woorden herken je?
Leven in coronataal
We anderhalvemeteren. Social distancing is ons motto. Door de lockdown werken we thuis in onze coronaoutfit. Met hulp van de thuisjuf videobellen de kinderen voor hun schoollessen.
In het nieuwe normaal past contactloos betalen, de coronakoerier legt onze internetaankoop voor de deur. We gaan coronahamsteren – we hebben toch wc-papier nodig? – en kennen geen supermarktangst. We gaan pas na het ouderenuurtje, volgen het coronaprotocol en dettollen onze handen. Weer thuis WhatsApperitieven we met vrienden tijdens het happy hour. We doen mee aan de balconquiz of –bingo, krijgen een balconnade of blijven op de hoogte via een balconversatie.
Zorgen kennen we ook. Oma lijdt aan eenzaamheidsvirus, puberopa is niet bang. Om niet alleen te zijn gaan we quarantinderen en hebben een coronadate. Helaas blijft het lastig onze huidhonger te stillen.
Coronials zien opa en oma voor het eerst bij een raamvisite en we begroeten ons tuinbezoek met een voetkus. Is er iemand jarig? In een auto-optocht gaan we langs voor een stoepverjaardag. Via social media genieten we van tulpen en videoconcerten, virtueel bezoeken we ons favoriete museum. Tv-programma’s zijn zonder publiek of het publiek zoomt en is zichtbaar op een videowal. Voordat we losgaan bij de autodisco rijden we langs het drive-in restaurant en halen iets te eten. Daarna overwinnen we onze wandelschaamte om het coronabuikje kwijt te raken.
Bij verdenking op COVID-19 houden we ons aan de thuisblijfplicht en gaan in thuisisolatie. De vitaaltjes bestrijden het coronavirus en alle zorghelden krijgen een welverdiend zorgapplaus.
Coronaversoepeling
Eenmaal virusvrij willen we op vouchervakantie. Reisbubbel of coronacorridor, wat gaat het worden? De kapper heeft voorrang, die knipt ‘coupe corona’ weer in model en werkt onze grijze landingsbaan weg. In de winkelstraat volgen we de coronarotonde en wachten we tot we naar binnen mogen. Het ov mijden we bij niet-noodzakelijke ritten, gaan we wel mee dan houden we ons aan de maskerdiscipline.
Wij doen ons best; het kabinet versoepelt verder. De jeugd is blij: ze mogen weer naar school! Helaas geen musical of galafeest, wel een diploma-uitrijding om je coronadiploma op te halen. Muzieklessen? Oké … maar wel mét gepaste afstand én achter een schot. Want ja, plexiglassamenleving hè?
Langzaam worden we coronamoe. We hunkeren naar een vaccin wat alle coronarestricties oplost. Voor het zover is reserveren we een tafeltje op het terras. Snotteren, kuchen, benauwd? Sorry, geen plek. Van tafel af? Corona-afstand! Minimaal anderhalve meter.
Wat blijft?
Hoe ons leven er na het vinden van een COVID-19-vaccin uitziet, is nog een vraag. Welke woorden blijvend zijn ook. Vertellen wij over een paar jaar in coronataal aan onze coronials anekdotes over hoe de wereld in 2020 zomaar ineens op zijn kop stond?
Gelukkig zijn veel maatregelen verder versoepeld zodat we ook weer wat zaken van alledag kunnen oppakken. Zo denk je op dit moment misschien na over je vakantie of ben je er al uit. Wat het ook wordt – met het vliegtuig naar de Spaanse Costa, een huisje aan de Noordzeekust of een tentje in de achtertuin – ik wens je een mooie zomer en een ontspannen vakantie. Op gepaste afstand van elkaar … dat dan wel.