– Meer waarde aan woorden –
Genderneutraal taalgebruik
Heeft u dat ook? Dat u iets, wat in 2019 helemaal niet opviel, vanaf 2020 anders bent gaan bekijken? Het coronavirus heeft veel veranderingen in werking gezet. Niet allemaal goed. Sommige zelfs ontwrichtend. Soms hectisch als je thuiswerkt en tegelijkertijd de kinderen les moet geven. Toch is er ook een andere kant. In enkele opzichten lijkt het wel of de wereld tot stilstand is gekomen. Dat we tijd gekregen hebben om rustiger naar dingen te kijken, om meer te onthaasten. Zo valt het nu steeds meer mensen op dat ons taalgebruik soms te wensen overlaat. Zij ergeren zich daaraan. En ja, verdien je de kost met schrijven, dan krijg je weleens te horen wat er volgens hen mis is of wat beter kan. Wat je tegenwoordig veel hoort en waar veel mensen moeite mee hebben, is dat te pas en te onpas het woordje hun wordt gebruikt: hun hebben/zijn (iets vergeten). Dit foutieve gebruik van hun blijkt niet nieuw te zijn. In 1954 werd er in een taaltijdschrift al over geklaagd. Zelfs meer dan honderd jaar geleden, in 1911, is er al over geschreven. Eigenlijk is het dus best ouderwets om hun als onderwerp te gebruiken in plaats van ze/zij. In dat opzicht is het grappig dat het zo in het moderne taalgebruik wordt opgenomen. Ik ben er zelf geen voorstander van om hun te zeggen als het ze/zij moet zijn. Wel heb ik een logische uitleg gevonden voor het gebruik ervan. Bij ze liggen op bed kan het onduidelijk zijn wat je bedoelt: de meisjes/de jongens/de kleren. Bij hun liggen op bed is er maar één mogelijkheid: er liggen mensen. En dan maakt het niet meer uit of het meisjes of jongens zijn. Dat klinkt genderneutraal en zou daarmee heel goed passen in onze huidige samenleving. Toch is het voorlopig niet te verwachten dat het gebruik van hun als onderwerp een officiële taalregel wordt. Daarvoor is de weerstand bij veel mensen te groot. Zoals iemand dat ooit zo mooi zei: “Kleren maken de mens, maar taal nog veel meer!”
(Dit artikel is ook gepubliceerd in Maurik Rond, februari 2021)