– Meer waarde aan woorden –
Haantjesgedrag
Voor een schoner milieu gaan we op de snelwegen terug naar 100 km per uur. Niet 24/7 maar van 6 tot 7 uur. ’s Nachts van 7 tot 6 mogen we nog steeds de maximale snelheid op een wegdeel rijden. De nieuwe maximumsnelheid van 100 km per uur lijkt iets van vroeger toen de motor van een gemiddelde auto nog niet het vermogen had om sneller te gaan. De automobilisten die op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht rijden weten al hoe het voelt: een vijfbaansweg waar je niet harder mag dan 100. Wanneer er geen file is, voelt deze snelheid op zo’n brede weg vaak als onnodig langzaam. Toch hebben we veel over voor het milieu en onze toekomst. In dit geval betekent het een investering in tijd, want we komen straks 5, of 10, of ….. minuten later aan op onze bestemming. Hoe gaan we dat ervaren? Zien we niet te veel beren op de weg? Zijn we straks nog meer gestrest van de langere reistijd of gaan we het ervaren als een kans? Een kans om meer van onze omgeving te zien of om bijvoorbeeld langer te genieten van muziek? Door mezelf deze vragen te stellen, moest ik terugdenken aan een stukje wat ik ooit heb geschreven, maar nooit heb gepubliceerd. Hierin geen beren op de weg, wel een haan.
Ik woon landelijk waardoor ik vaak op provinciale tweebaanswegen rijd. Bij deze wegen hoort een maximumsnelheid. Een paar jaar terug is de snelheid bij de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal een paar keer aangepast, eerst van 80 naar 100, later weer terug naar 80 km per uur. Die snelheidswisseling leverde verwarring op bij veel mensen. Nog meer reden om zo goed mogelijk op de verkeersborden en de belijning van de wegen te letten. Ik probeer me aan de snelheid te houden, al lukt het niet altijd. Als ik autorijd houd ik namelijk van een goede doorstroom. Bij een goede doorstroom hoort in mijn ogen lekker vlot optrekken en doorschakelen naar een hogere versnelling. Toch overkomt het me regelmatig dat de auto achter mij aan het duwen is. Zodra het mogelijk is, word ik ingehaald. Inhalen gebeurt ook als ik zelf al harder dan de maximumsnelheid rijd. Soms glijdt het langs me heen, soms erger ik me aan dat ‘haantjesgedrag’. Pin me er niet op vast – er kunnen vrouwen tussen zitten – over het algemeen word ik ingehaald door de mannelijke helft van de autorijders die snel-snel ergens heen willen. En heb ik weleens iets verkeerd zien gaan? Nee, gelukkig niet. Het gaat tot nu toe altijd goed. Kijk, als het om een landbouwvoertuig gaat kan ik het begrijpen, die rijden we allemaal voorbij. Als zo’n haantje mij inhaalt, dan ben ik vaak nieuwsgierig. Wat is zo belangrijk dat je mij en liefst alle anderen zo snel mogelijk voorbij wilt? 3 of 4 minuten tijdwinst? Wanneer je rustiger rijdt op een provinciale weg kun je meer genieten van de mooie omgeving. Voor mij is het een buffer tussen de drukte van stad of werk en thuis. De groene weilanden geven mij rust. Maar zoals gezegd, al houd ik de maximumsnelheid zoveel mogelijk in de gaten, ook ik betrap mezelf er af en toe op iets harder te rijden. Ben ik een heilig boontje omdat ik de snelheid in de gaten houd? Of ben ik meer een haantje omdat ik vlot wil doorrijden?
Mijn vraag van toen is ingehaald door de tijd … en de PFAS. Met de kennis van nu past deze haan zich aan. Ook al lijkt rustiger autorijden een druppel op een gloeiende plaat, ik hoop dat we daarmee – met zijn allen – weer een stapje in de goede richting zetten voor een gezonde leefomgeving.